late again
Door: henkvinke
Blijf op de hoogte en volg Henk
09 November 2011 | Tanzania, Sitalike
Vandaag is het 15 jaar geleden, dat ik Berkenbos heb verlaten. Het leuke huisje “K4” diep verscholen in de bossen van Soest aan de rand van de duinen. De buren Marjan en Bianca (Mulder). Natuurlijk Irene Stikkelorum, die trouw mijn verhalen leest. Joost Boonekamp, de kinderarts, die naar het zuiden vertrok. Titia en Rob. Bij hen ging ik naar het Europese voetbal van Feijenoord kijken. Ach, het is allemaal zo lang geleden. Waar is het toch gebleven de tijd van lage woonlasten en goed voetbal.
En nu, en nu zit ik op een bus van 6 uur te wachten die pas om 7.15 uur vertrekt. Hoe lang is het niet geleden, dat bussen op tijd vertrokken. Misschien was het wel in een vorig leven in een paradijs of zo iets. Na anderhalf uur zijn we in Mbozi en weer een uur later in Tunduma op de grens met Zambia. Wat een chaos van trucks. Ik ken een paradijs, waar dit niet meer zo is. Het paradijs, waar men uit de Eurocrisis probeert te komen. We staan een tijdje vast. Daarna rijden we door. Maar ach (2x), als men in Afrika een weg opknapt dan gooien ze hem over honderd kilometer open en dan schudden over een noodweg. Twee uur te laat komen we in Sumbawanga aan. Hier stap ik over in de bus naar Mpanda. Ze hebben netjes op ons gewacht. Nu begrijp ik ook, waarom je soms zo lang op de bus moet wachten. Tegen zessen zijn we in Chala. Hier hebben Gert en Hermien Timmerman, nog zonder hun dochters (wie heeft die foto’s niet gezien), liedje over gemaakt. Weer wat later stoppen we in Kisi. Hier wordt eten ingeslagen. Ik koop kip met patat en een biertje. In de bus eet ik het op. Die vrouwen maar lachen als ik het gevogelte ontleed. Je blijft analist. Als analist hoef je echt geen vegetariër te zijn. Wat valt ook aan een krop sla te analyseren. Al sla je me dood. Als het licht uitgaat stop ik ermee. Zijn die simpele zieltjes ook weer rustig. Ik heb niet veel verteld over het landschap. Dat doe ik nu. Het landschap is glooiend in de verte zijn bergen, die zie je bij ons niet veel. Ook heb je geen hoge bomen, want er is hier niet veel wind. Wel zijn in de dorpjes verkopers. Een jongen wil een cola voor 2 duizend verkopen. Daar trappen we niet in. Ik koop maar een vruchtensapje bij iemand anders. Ook koop ik een paar zakjes pinda’s, een traditie in de familie. Mensen lopen met brandhout. Als de bus niet in een dorp stopt, dan lopen de mensen de omzet voor de dag mis. Ach, ze hebben geen stookkosten. In het donker is het landschap hetzelfde. Toch herken ik de volgende dag nog dingen. Dat heet een fotografisch geheugen. Uiteindelijk stopt de bus bij Riverside Campsite. Daar slaap ik. Maar ik weet nog niet of ik voor 200 dollar door het park ga rijden. Na een Safari ga ik slapen, maar waarom doet die eikel, verzachtende vorm van kaffer, het aggregaat uit als ik net onder de douche vandaan kom. Ik ben zo kuis. Om elf uur gat de boel dan echt uit. Dan lig ik al op één oor. Soms links, soms rechts.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley