To the Doctor - Reisverslag uit Libreville, Gabon van Henk Vinke - WaarBenJij.nu To the Doctor - Reisverslag uit Libreville, Gabon van Henk Vinke - WaarBenJij.nu

To the Doctor

Door: henkvinke

Blijf op de hoogte en volg Henk

17 September 2011 | Gabon, Libreville

Zaterdag 18 september 2011 van Ndjolé naar Lambaréné.
Ik doe het wat rustig aan. Eerst ga ik ontbijten en daarna nog bij de rivier kijken. Op het grote plein staat het transport klaar. Ik meld me alvast voor Lambaréné. Het is nog maar half negen en de jongen had gezegd, dat elk uur wel een taxi naar Lambaréné gaat. Ik haal mijn spullen en doe de rugzakken in de auto. Een vrouw, die al aanwezig was, is weer weg. De chauffeur geeft het op niet en sluist me door naar een volgende. Er wil niemand bijkomen. Ik ga nog maar eens koffiedrinken. Om 12 uur geeft ook de twee chauffeur het op. Mijn bagage gaat naar een derde. Deze heeft al een paar passagiers. Waarom gaat deze wel? Omdat hij uit Lambaréné komt en weer een keer terug moet. Om half één is het dan eindelijk zover. Ik vertrek en zie nog één keer de missie. In Biroun gaan een paar passagiers er weer uit. We staat op het kruispunt; naar rechts ga je naar Libreville en links naar Lambaréné. Ook hier weer stalletjes. Ook nu geeft de chauffeur weer flink gas. Voor Biroun was ik misselijk en hadden de spieren van mijn slokdarm een omgekeerde beweging. Het luchtte wel op. We scheuren weer voort. Gelukkig hoef ik vandaag niet zo ver. En zo zie je maar, dat je niet alles onthoudt. We rijden namelijk over twee bruggen over de brede Ogogué.
We blijken dus in 1998 door Lambaréné gekomen te zijn. Lambaréné wordt gevormd door een eiland in de rivier en de beide oevers. Op het kruispunt komt ook deze tocht weer ten einde. Ik ga op kamers jacht. Het eerste hotel is te duur, 7000 franc, zonder douche en wc. De tweede, die op mijn schema staat is 10 duizend en valt dus ook af. De derde neem ik, 6 duizend met douche. Een beetje klein behuisd, maar ik heb wat. Nu, het is al tegen vieren, ga ik eerst wat eten. Ik koop drie visjes voor 500. Ze zijn niet te vreten. Ze zijn gewoon verbrand. Ze hadden ze net zo goed kunnen laten zwemmen. Ik drink er wat bij en een vrouw geeft wat van haar vis, maar dat is ook een verkoolde bende.
Op naar Albert; Albert Schweitzer. Omdat de taxiritten geen grote aanslagen zijn op de begroting , maak ik er wat meer gebruik van. Zo ben ik snel op het ziekenhuisterrein van de bekende filosoof. Ik wordt bij het museum afgeleverd. Maar hij gaat net dicht, want de dame zich even terugtrekken. Ik wens haar veel succes toe en loop zo naar de begraafplaats, waar de beroemde Elzasser zijn laatste rustplaats heeft. Hier liggen nog meer familieleden en personeel van hem begraven. Eén van hen kwam uit Nederland. Zij is niet meer naar het mooiste land op aarde teruggekeerd. Het land met zijn typische wolken van de schilderijen van Paulus Potter. Van de mannen van stavast en de Wit. Zuurkool met vette jus en boerenkool met worst. Maar ook van de deksel op de koekjestrommel, anders worden ze zo snel slof. Waar op een verjaardag de hapjes altijd tot vervelends toe rond gaan. Het land met schaarse vergezichten, met aan de overkant van de polder de lichtmasten van Blauw en Rood, waar elke zaterdag om de beurten de legioenen weer schallen en twee keer per jaar het middelpunt van het koninkrijk vormen. Dan klinkt het: “Blauw is onze glorie” of “Aan Spakenburge stranden, daar klinkt het één twee hup”. Uit alle hoeken van de natie komen voetballiefhebbers naar het voormalige vissersdorp, dat dan drooggelegd is. En zo lijkt Spakenburg weer op Chicago. Waar een dorp groot in kan zijn. Op 8 oktober is het weer zover. En aan de horizon staat het stadion van die andere club. De club van noestere havenarbeiders. De club van voetballers als Kuyt, van Persie en Bronkhorst. De club van “hand in hand kameraden”. De Kuip loopt weer vol. Feijenoord komt eraan. Nederland is ook het land van Henk Vinke, die inmiddels met het maken van dit verslag inmiddels behoorlijk is afgedwaald en over de Ogogué tuurt, waar piroquen van de ene oever naar de andere gaan en weer terug, anders is het zo’n gesleep over de brug. Wat zijn die bomen hier prachtig. Hier ligt de bekende organist en theoloog dan uit te rusten. Een eenvoudig kruis geeft zijn plek aan. De dame is terug en ik kan het museum bekijken. In de eerste kamer veel foto’s van Albert. Hij heeft vele grootheden ontmoet, maar hij heeft nooit de president van Ecuador de hand mogen schudden. In twee andere kamers staan spullen van de man met de snor en witte broek. De Nobelprijs voor de vrede (een copy), een orgel, een bed en meer van die soort zaken. Ik vertel de suppooste nog, dat het ziekenhuis in Dordrecht naar hem vernoemd is. Ze klikt uit beleefdheid. Ik koop een aantal ansichtkaarten en dat was het dan. De arbeider uit de Dienst der Barmhartigheid gaat het ziekenhuis eens wat beter bekijken. Het bestaat uit verschillende gebouwen. En overal wonen mensen. Ik snap eigenlijk niet, waarom daar mensen wonen. Dat is net als in Bangui op het terrein van FATEB. Ik kijk maar eens waar het diagnostisch centrum is. Ik zie een man in een witte jas een peuk roken. Ik zit meteen goed. Het is een analist in witte jas heeft een buikje en heeft zijn niet dicht. Ik weet ook niet of ze geaccrediteerd zijn. De apparatuur, die hier staat, schijnt regelmatig gebruikt te worden. Ik weet ook niet op welke plek het ziekenhuis staat in de top 100 de Libreville Journal. Stollingen worden gedaan, net als enzymen en elektrolyten. Dat gebeurt niet op hetzelfde apparaat. Ook worden kweken gedaan. Zo is men hier van alle markten thuis. In een andere ruimte wordt donorbloed afgenomen. Een hond loopt met ons mee. Dat heb je in Meander niet. Het zal wel een bloedhond zijn. Na de conversatie met mijn vakgenoot verlaat ik het laboratorium. Dan kan hij weer een sigaret opsteken. Ik verlaat het ziekenhuisterrein. Er liggen veel mensen hier begraven. Heeft dat wat met het ziekenhuis te maken? Via de oude weg loop ik naar de brug om weer op het eiland te komen. Het is inmiddels donker geworden en hier en daar brandt een lamp op de brug. Ik laat me naar een internetcafé rijden. Eerst ga ik daar in de buurt eten. Ik bestel een biertje, maar die hebben ze niet want ze zijn moslim. Ik zeg, dat ik Christen ben en er wel eentje lust. Dat wordt even slikken voor alcoholvrije cola. Ik ga internetten en zie, dat de Blauwen hebben gewonnen en weer bovenaan staan en zo hoort het ook. Ook Feijenoord zal dit weekend goede zaken doen. Het café is dichtbij mijn hotel, dus kan ik nog even wat drinken. Het lijkt hier wel op sommige plekken in Nederland. Om 22.15 uur gaan de kroegen dicht. Ik moet nog doordrinken ook voor mijn Regab. Ik ga dan maar vroeg slapen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Gabon, Libreville

Voor de leeuwen

Recente Reisverslagen:

05 December 2011

Epiloog

04 December 2011

Back home

03 December 2011

Fisherman

02 December 2011

and GOD saw it was good

01 December 2011

garden of eden
Henk

ontbijtje in ESA hotel, Colonia, Yap, Micronesië

Actief sinds 07 Mei 2010
Verslag gelezen: 254
Totaal aantal bezoekers 198741

Voorgaande reizen:

27 Maart 2017 - 03 Juli 2017

van Perth naar Peking

10 September 2015 - 07 Oktober 2015

kat en hond

11 November 2014 - 25 November 2014

Let's go west

16 Juli 2014 - 13 Augustus 2014

Anna en de Koning van Siam

29 Augustus 2013 - 01 September 2013

naar texel en verder

29 Mei 2013 - 25 Juni 2013

Van IJs naar Groen, van Groen naar IJs

17 November 2012 - 24 December 2012

hopperdepop

07 Juni 2012 - 30 Juni 2012

sanri

30 Augustus 2011 - 05 December 2011

Voor de leeuwen

05 Mei 2010 - 21 Juni 2010

barkbootenzo

Landen bezocht: