bootje varen

Woendag 5 december 2012 naar Malaita
Ik moet deze keer het ontbijt overslaan. Adrian heeft gezegd, dat genoeg aan boord te koop is.
De dienst van 6.00 uur is afgelopen. De zusters staan nog over de preek na te praten. Ik ga naar de haven. Na twee vragen kom ik bij de boot. Men is al bezig met het laden van spullen, want al de handelswaar gaat speciaal aan boord en er moet voor bijbetaald worden. Even na half acht mogen we aan boord. Ik ga eerste klas zitten, want ik denk dat ik zulk een kaartje me heb laten aansmeren. Gelukkig heb ik voor het eerst deze vakantie buiten de vliegvelden en vliegtuigen airconditioning. Andy en Boulder, een Engels/Australisch stel komen tegenover me zitten. Andy heeft op Malaita les gegeven. Even na achten vertrekt de boot. Ik koop koffie, maar echt ontbijt is er niet. Ik red me met een zakje chips en meegenomen Aldi Sultana’s. Op de heenreis wordt altijd Nggela eilanden aangedaan. Hier was tot de oorlog de hoofdstad van de Solomon Eilanden. We waren tussen de twee eilanden door. Het zo net Venetië. Met een tweede stop worden mensen met een bootje opgehaald. Na nog een derde stop komen we na het rif weer op open zee. Ik neem nog een koffie en rust wat uit. Een mooi gezicht. Al die bootjes en bruine mensen. Ik zie ook weer vier jongens, die met mij in de trein zaten en ook in het vliegtuig. De zee is er rustig, wat ik niet erg vind. Bij aankomst in Auki springen kinderen van Lilisiana dorp het water in. We leggen en in de brandende zon loop ik naar Auki motel. De beheerder brengt me naar Bamboe restaurant. Daar ontmoet ik later weer de 4 jongens. Ze hebben gezelschap gekregen. Van de Franse Italiaan. Jammer, dat ik ook niet hen ben meegegaan. Weer terug in het motel douche ik me en maak mijn dagboek. De gevraagde gids komt niet opdagen. De baas belt hem nog een keer en hij zal langskomen. Om een uur of zeven ga ik weer eten en daar komen de jongens ook weer. Ik eet met vier Australiërs. Daniel kijkt of het gerechtsbouw het goed doet en van Mad weet ik het niet. Een andere jongen werkt als accountant in een ziekenhuis en de dame doet ook weer wat. Ik maak met de jongens de afspraak om morgen naar de grot te gaan. Als ik weer bij mijn motel is daar de gids. Ik zeg hem af. En ga om tien uur slapen.