back to civilization

Donderdag 29 november 2012 Terug naar Brisbane
Ik begin de dag rustig. Eerst is een dienstje achter de eetzaal. De priester uit Tonga leidt de dienst. Totdat het ontbijt begint zie ik nog een paar vogeltjes. Het zijn de zelfden als vorige week. Eén ervan is de Maristcollege mus en verre familie van de huismus. Ook zie ik een ander dier met vleugels.
Aan de overkant van de weg ik de Nationale begraafplaats voor Australische, Papoea en Nieuwguineze gevallenen in de strijd tegen Japanse bezetter. Het ligt er mooi en wordt goed onderhouden. Twee jongens begeleiden me. Eén draagt de hele tijd de tas. Er liggen ook veel onbekende soldaten. Aan het eind hangen emblemen en in een deurtje zit het schrift om je naam in te schrijven. Aan de linkerkant loop ik weer naar voren. De jongens gaan vooruit. Vooraan moeten we een heuvel op. Eerst is er het kruis en dan het schrijn. Hier staan alle namen van de gevallenen vermeld. Ook is hier een mooi overzicht van de herdenkingsplaats. We gaan weer terug naar het college. Een priester uit Ghana passeert ons op weg naar het verblijf. Mijn spullen gaan in de auto en ik rij naar de stad met Justin en Dylan. Het moet de gevaarlijkste stad op aarde zijn, maar het lijkt zo mee te vallen. Overal lopen mensen. Overal zijn winkels en een brede boulevard leidt naar de stad beneden aan de zee. Hier is de haven. Bij een strand ga ik uit de wagen. We rijden nog even naar het parlement. Het is een imposant gebouw met een mooi mozaïek van PNG motieven. Het hele gebouw is in de stijl van een Sepik spiritueel huis. Er is geen tijd meer om het gebouw van binnen te bekijken. Justin zegt, dat hij alleen nog uit de auto komt als hij premier is. We rijden naar het vliegveld. Ik check me in en koop souvenirs. Ik zit rustig wat te ten en te drinken. Ik denk er nog tijd genoeg is om geld om te wisselen. Er blijkt een hele rij te staan. Gelukkig mag ik één naar voren wen boven op tijd. Door de douane en de beveiliging door naar het vliegtuig. Ik zit weer lekker boven een vleugel naar een Koreaan uit Sydney. We vertrekken om bijna half twee. Ik krijg twee keer koffie bij deze goedkope maatschappij. Als ik om een reden naar achteren loop, zie ik nog een plaats vrij bij het raam. Daar verkas ik naartoe. Ik zie zo weer mooi de kust liggen. Misschien kom ik nog op een eilandje in het Barrière Rif, als Nauru niets wordt. Ik vlieg weer over de stad. En landt om bijna tien voor half vijf. Met de tre3in weer naar de stad en lopen naar het andere hostel, City Backpackers. Het is een stuk goedkoper. Ik slaap in een zaal van bijna veertig man en het internetten is gratis. Na eten kan ik weer naar mijn mailtjes kijken. Een man heeft op mijn mailtjes gereageerd. Ik reageer terug, maar zal niets meer van hem horen. Hij had al direct vanuit Nauru gereageerd, maar ik zie zijn mailtjes nu pas. Het hostel is erg druk met jong spul. Ik heb een keer een storing op mijn computer. Het internet is wel gratis, maar door al die notebooks erg traag. Het wordt zo weer erg laat. Om half twaalf kan ik nog één glas bier nemen en ga na twaalven slapen.