river deep mountain high

Dinsdag 18 juni 2013
We kunnen uitslapen. Ik heb nog nooit zulk een luie vakantie gehad.
Na me optutten vraag ik aan Eef hoe het komt, dat de andere boot zo snel bij ons in de baai was. “Hij is er net zoals ons uitgevaren”, zegt ze. Het is al laat, als we naar de wal gaan. De Louise ligt er ook. Ik zie er geen leven op. We gaan om twaalf uur naar de wal. Jan K en Eef gaan snel de heuvel Tolorssuit van 450m op. Ria en Jan L lopen langs het water. Ik volg hen op afstand. Gerben is vanwege zijn verwondingen zaterdag aan boord gebleven. De boot ligt in de Qàungulik een zijtak van de Kangerdluarssuk. We moeten om de lagune heen. Ik zie Ria neerstrijken bij de uitmonding van het stroompje. Wij kijken links aan tegen de Ivnarssuaq van 600m. Ik wil de stroom oversteken. Ik slenter naar het meer Gaunugdip Tasla. Jan volgt me en loopt me voorbij. Ik maak wat foto’s en denk een stukje af te snijden, maar Jan is in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik loop nog maar eens langs de stroomversnelling. Over een paar rotsen zie, dat men zo aan de overkant kan komen. Het lukt me. Het is al kwart over twee, als ik aan de overkant sta. Na de eerste vogelstop hou ik even rust. Het landschap wordt steeds mooier. De helling van de Ivnarssuaq is nog ver en hoog. Ik beklim een eerste heuvel en zie steeds meer meren. Ik zet mezelf maar eens op de foto. Om vier uur rust ik een kwartiertje uit. Bij en klif zit een meeuw. Aan deze kant is ook een bevroren meer met afwatering naar de inham. In de Ata Sund (Ikerasak) hangt mist vanwege het koude water . Om kwart voor vijf zie ik de Kanfilerngata Sermia en later de Eqip gletsjer. Hoger en hoger gaat het. Ik zie steeds meer meren en ijskap. Om half zes rust ik nog even uit. Ik sta een stuk naar achteren en zie nu duidelijk het eiland ik de Kangerdluarssuk. Op het hoogste punt zie ik bijna 90 graden ijskap. Even uitrusten en genieten van de omgeving en dan terug. Ik wil nog wel verder, maar het wordt al laat. Ik loop naar de steile helling van de berg. Het gaat al richting half zeven en hoe ben ik op tijd beneden. Het is al zeven uur als ik bij de helling. De meeuwen hebben elkaar gewaarschuwd over de indringing. Een leuk gezicht. Misschien zien e dit beneden. Ik kan mooi foto’s maken van de vogels. Dan moet ik echt afdalen. Nog even op de foto bij een stapel stenen en dan afdalen, want het is al tien voor half acht. Nog een laatste blik op de gletsjers. Ik loop slingerend terug en haast me niet. Er moeten verschillende heuveltjes genomen worden. Om kwart over acht zie ik een sneeuwhaas. Ik kan hem mooi fotograferen, maar als ik naar zijn plek loop is hij er van door. Dit gebeurt ook met de gans. De berg is al ver weg en de baai nadert. Om kwart voor negen ben ik bij de oversteek. Ik maak een fout, want ik ben bij de gesplitste waterval. Ik moet weer een stukje omhoog. Ik heb net de zodiac zien wegvaren. Ik dacht, dat ze me kwamen halen. Ik steek het goed stuk over en snij een stuk over. Beneden zie ik Gerben en eenakter Eef. Ze zijn naar me op zoek. Ze hebben niet in de gaten gehad, dat ik toch het water ben overgestoken. Jan K komt met de zodiac terug en na het ophalen van Jan L. gaan we terug naar de boot. Ik krijg het vervolg een portofoon mee. Ik was om kwart over negen terug en om half elf eten we. Na mijn administratie ga ik om half een slapen.