on the ship

Vrijdag 7 juni 2013 Vlucht van Nuuk naar Aasiaat
Jan gaat zijn bed uit en ik denk, dat het nog maar zeven uur is. Het is al half negen. Nu weet ik ook, dat ik de mobiel nog een uur terug heb gezet. De mobiel is dus om 6 afgegaan. Snel ga ik mijn bed uit. Ik douche me en pas de spullen bij mekaar. Het ontbijt is bij de prijs inbegrepen. Voor mijn IJslandse ansichtkaarten loop ik naar het postkantoor. De kaarten zijn erg duur. Ze zijn 10 per stuk of 10 voor 80. Ik loop naar de winkel een eindje verderop, maar daar zijn de kaarten 12. Ik koop wel een kaart voor Peter. Ik ding het wel af. Ik krijg er 10 van af. Terug maar weer naar het postkantoor . ik koop toch mar 10 kaarten voor 80. Ik mag even voor, want om 11 uur staat de taxi klaar. Even na elven belt Jan me op. Nog een paar stappen, zeg ik. Zo rijden we voor 180 naar hat vliegveld. Het is wel erg bewolkt, het is wel erg mistig. Met alle gevolgen. Het vliegtuig heeft vertraging. Hij kan hier niet landen, dus kan hij ook niet uit de vorige stad vertrekken. Hangen en zitten. Ik werk een beetje aan mijn dagboek. Het wordt wel steeds voller. Er komt een vliegtuig uit de hangar. We moeten om half een vertrekken. Daar twee uur bij. Jan van der Linden, denk, dat we nog helemaal naar Narsarsuaq in het zuiden gaan vliegen. De tijd gaat weer naar half twee en uiteindelijk wordt het toch half drie. We stijgen om tien over half drie op. Ik had gevraagd, waar we Nuuk zullen zien. Helemaal achterin zit ik links en de anderen naast me. We landen om vijf voor half vier op Kangerlusuaq, het vroegere Söndre Ström. We moeten eruit. Ik koop snel ansichtkaarten en postzegels en bel mijn moeder. Ze denk, dat ik hier alleen op vakantie ben. Ik kom naast een zieke vrouw te zitten. Ze heeft borstkanker en is voor een kuur naar Nuuk geweest. Ik zit nu rechts en dat is mooi. We vertrekken om vier uur en voor de landing van kwart voor vijf zien we Aasiaat en heel veel ijsbergen. In de haven ligt de Tooluka. Een taxi komt maar niet en na een half uur vraag ik een man. Hans Flemming brengt ons naar de haven. Eef verwelkomt ons en geeft ons plekje onder in de boot. We krijgen nog uitleg. En gaan om twaalf uur slapen.