multan
Door: henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
15 September 2015 | Pakistan, Multān
Om half acht kom ik van het dak af. Ashar en zijn zwager zitten al te wachten. In dit land is het gebruikelijk, dat de gast eerst ontbijt. Het is vlees, dat ik met brood naar binnen moet werken. Ik was vannacht aan de dunne, dus moet ik even voorzichtig doen met mijn kringspier. Het zoontje is erg bang voor me. Gaande weg mijn verblijf zal dit veranderen. Het ventje ziet waarschijnlijk voor het eerst van zijn leven een blanke en dan ook nog Henk Vinke. Er wordt zolang gekeuteld, dat we weggaan dat de schoonvader onder de beeltenis van Paus Johannes Paulus de Tweede mij masseert. Ik onderga het allemaal. Ik word behoorlijk gekneed. Om half tien vertrekken we dan. De bestuurders hebben oog voor hun eigen hooft, want Ashar heeft alleen een valhelm voor hem zelf. Het is al behoorlijk warm. Het hoopt vandaag 35 graden te worden. Eerst bezoeken we de Eligahmoskee. Het is een groot openlucht complex. Het wordt gerestaureerd. Het heeft een beetje weg van Oezbekistan. Toch moeten we onze sokken lopen. De restauratie zal ook nog wel een tijdje in beslag nemen. In een bijgebouw is de tombe van een bekend figuur. Het is dus een mausoleum. Een man komt de dode aanbidden. Die tombes hebben allemaal wat van elkaar weg. Hoge witgekalkte vierkanten met een koepel erop. Weer in het verkeer nemen we allerlei soorten vervoer waar. Het verkeer is zo druk als een mierenstraat. Ik heb in mijn hele leven nog niet zoveel fijnstof ingeademd. Het perst en het duwt maar om vooruit te komen. Midden op een rotonde is weer een tombe. Daarna zien we Multanfort. We mogen met de bromfiets naar binnen. Normaal moet men buiten blijven. De bromfiets wordt gestald en we kunnen de toerist uithangen. We bezoeken het mausoleum. De schoenen moeten weer uit. Binnen is het graf van weer een hoog figuur, Utch Sharif. We lopen er een rondje omheen. Vrouwen komen achter een gordijn vandaag. Waarom? Weet ik niet en Ashar e pastor weet het denk ik ook niet. Het gaat wel redelijk gemengd. Erg gedurfd. In de houten deuren zijn Davidssterren uitgekerfd. Dit symbool komt men hier wel meer voor. Het zijn allemaal kleine tombes van krijgers lager in rang. Buiten is een man bezig met bloemetjes. Hij is ze niet buiten aan het zetten, want hij is al buiten. We hebben een mooi uitzicht over de stad. Ashar wijst aan waar we ongeveer onze domicilie hebben. Ik moet nog een terug naar het mausoleum want ik ben niet tevreden over een foto. Dan naar het rode gebouw, maar doen we een winkeltje aan. Er staan allemaal grote potten. Te groot om mee te nemen. In het rode gebouw is een expositie van schilderijen van het verleden van het fort. Er is een voorstelling van een tafereel. Bij een pop hangt de arm er een beetje zielig bij. Beneden is de Ghanta Ghar te zien, maar als we er later langs zullen rijden blijkt het desolaat te zijn. Toch wordt het op internet aangeprezen. In het rode gebouw is ook een schilderij van een Boeddha. Vroeger was iedereen van dat geloof. Iedereen wil met me op de foto. De baarden verschillen van lengte. Boven zijn meer schilderijen van veldslagen tot die met de Engelsen. We nemen een cola en raken zo aan de praat, dezelfde vragen, dat we vergeten naar het tweede mausoleum te lopen. We gaan namelijk om half twaalf terug. Na eten is een siësta. Omdat Ashar het warm vindt, blijven we tot drie uur thuis. Na de lunch van rijst met een sapje erdoor heen, lig ik ook een tijdje op bed. Aan de overkant schiet men al aardig op met het verwerken van het cement. Het is niet meer dan zand met stro en misschien wat cement. Een gaswininkje en het ligt plat. De tv staat de hele dat op de Christelijke zender. Ook Ashar is er wel eens met een preek op geweest. Het wordt geen drie maar vier uur, want Ashar vindt het te warm buiten. De oude stad is dicht bij het fort. We stoppen alleen bij de imposante poorten. Voor de rest is er niet veel tijd. Toch leuk, om al die mensen te zien. Een winkel verkoopt opsmuk voor bij een huwelijk. Verkopers kleden zich bij voor de foto aan. De laatste poort is de mooiste. Daar verkoopt een man zinken potten en pannen. Ashar vindt het niet zo leuk, als ik te lang op dezelfde plek blijf hangen. Ik ga voor de ultieme foto. Weer terug naar het fort. Eerst de ruïne van de hindoetempel. Hij wordt een beetje angstig om de brommer onbeheerd achter te laten. Vanmorgen hadden we daar geen last van. We lopen via een vliegtuig en een brits monument naar het mausoleum. De schoenen gaan weer uit. Gelukkig lopen de duiven op afstand. Binnen is weer als het interieur bij der andere vanmorgen. Twee graven voor hoge mensen en er omheen weer kleine witte graven. Men kan bloemenblaadjes kopen om over de grote graven te strooien. Gelukkig de bromfiets er nog, maar we moeten wel omrijden. De andere kant van de moskee kan ik fotograferen en bij het rode gebouw is een uitzicht over de oude stad. Natuurlijk wordt r cricket gespeeld. We rijden terug naar huis en bezoeken de Bijbelschool van Jozef. Eerst zien we nog het fort in de verte vanaf het dak. Ik mot teveel bij de rand, want dat schaadt de privacy. Ook drinken we thee bij een collega van Ashar. Tijdens de dienst doet Ashar een preek en ik het afsluitende gebed in het Nederlands Zo kan ik het hebben over mijn moeder, Israël en mijn toekomst in Meander. Na afloop doet Jozef gebeden voor mensen. Een echtpaar komt langs, want ze hebben nog geen kind. Ik wil wel een bezoek aan Aliska aan prijzen, maar ik kan ook gebedsgenezer worden. Mijn wraak zal zoet zijn. We gaan ook nog even bij de buren aan, want in dit wijkje wonen veel Christenen. We eten gewoon thuis. Hetzelfde als de lunch, nu met een extra stukje vlees. Op het dak zet ik de foto’s over en als om half twaalf de stroom eraf gaat, ga ik me douchen bij een meegenomen vaccine lichtje. Om half een ga ik slapen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley