back to the city
Door: henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
05 Juni 2013 | IJsland, Reykjavik
Reykjavik kan "waarbenjij.nu" weer vinden. kijken of dat in Groenland ook lukt.
Om 10 uur rij ik weg. Ik heb gisteren nog niet alles bekeken en ben ook nog niet uitgekeken. Van de 85 rij ik de 845 af. Prachtig wat een uitzicht. Een stukje met aan beide zijden water lijkt net op Loodrecht of Oud-Maarseveen of Majuro van de Marshall Eilanden. Op de weg 1 terug naar Myvatn. Daar gaat het de 848 weer op naar Skútustadagigar en Stakhólstjörn kortom de nepkraters met het binnenmeer met vogels. Nu zijn er meer toeristen. Busladingen vol. De souvenirwinkel ook vol. Ik begin nu bij de uitgang van gisteren en zie wat vogels. Ik moet de chinezen voor blijven om te voorkomen, dat zij de vogels wegjagen. Ik zie zwanen, een fuut, een sijsje, manderijneenden, een vliegtuig en een zangvogeltje. Ik loop weer bijna een uur. Mensen uit een groep worden in een kwartier er door heen geloodst. Ik kan dat uitrekenen aan de hand van de foto’s voor en na de souvenirwinkel. Ik koop nu een papegaaiduiker. Mijn volgende doel is Fuglasaln Sigurgeirs. Het vogelmuseum is een paar vitrines met opgezette dieren. Een aantal herken ik. Buiten is het veel interessanter. Wilde eenden, weer sijsjes, weer een fuut en een mantel eend. Het laatste doel is het natuurlijke bad. Normaal ben je gek om 20 euro neer te tellen voor een half uurtje badderen. Het water is lekker warm. Hier kun je wel een tijdje in verpozen. Ik ontmoet Israëlisch vrienden en hun Belgische. Natuurlijk moet ik met hen op de foto. Ik heb het over hen fantastische land. Het beste land tussen de Indus en de poorten van Wenen. Ik hou een Duvel en een Goldstar tegoed. Ik stuur foto’s over naar hen. Om kwart voor drie moet ik dan richting Reykjavik. Eerst nog stoppen bij Reykjahild. Kaarten posten, tanken en boodschappen doen. Op naar Reykjavik. Ik moet een pas over en kom dan al gauw bij de Godafoss. Ik zie ze bij een parkeerplaats. De waterval is leuk, maar om er nu een tijd bij te blijven. Tien minuten is meer dan genoeg. Om kwart voor vijf zie ik Akureyri. Het is de tweede stad van IJsland met 17 duizend inwoners. Na een aantal stops kom ik in de stad en zie de jeugdherberg. Zij bellen naar Reykjavik en ik kan gewoon nog wat van de stad bekijken. Eerst per ongeluk terug naar het theater. En dan naar de uitkijk. Erg imposant is het niet. Dan maar de stad uit. Nog 384 kilometer te gaan. Na de nodige valleien stop ik bij Örlygsstadir, waar de laatste veldslag tussen de IJslanders was. Ik ga de 76 op naar Hólar. Daar is de Noorderkerk. Hij is dicht net als de bierbrouwerij. Ik loop een tijdje rond en moet wachten tot een bediende van het restaurant me op de foto zet. Zo wordt het steeds later. Gelukkig kan ik een tuk afsnijden. Ik rij via Saudarkrókur. Via een andere weg kom ik na een tijdje weer op de 1. Door en via Blönduós, Borgames en de tunnel bij Akranes kom ik bij Reykjavik. Het is dan 2 uur. IK heb waarschijnlijk wel een paar bonnen op gelopen, maar ben weer in de jeugdherberg en kan bij een bietje de foto’s overzetten. Er is weer geen tijd om mijn dagboek bij te houden. Om half vier ga ik slapen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley